Wanneer iemand elk half uur een sigaret 'moet'
opsteken noemen we dat een verslaving. Wanneer een bepaalde trigger
tot een bepaald gedrag leidt noemen we dat een gewoonte. In
werkelijkheid is er geen verschil tussen 'verslaving' en
'gewoonte'. Je zou kunnen zeggen dat naarmate ons brein ons gedrag
steeds meer 'automatiseert' wij steeds meer verslaafd raken aan dat
geautomatiseerde gedrag, en daarmee aan ons geheugenbrein. Geheel onterecht wordt dit vaak 'denken'
genoemd.
Het is bijna onvoorstelbaar knap hoe het
"schrijven van programma's" het mensdier evolutionair heeft
gebracht waar het nu staat. Zowel onze reflexmatige lichamelijke
processen als onze instincten (sociale- en veiligheidsprocessen)
zijn dusdanig vastgelegd in ons lichaam dat ze geheel zonder onze
aandacht werken. Die programma's, vanaf het DNA tot en met de
instinctieve Amygdalae reacties (vechten, vluchten, bevriezen,
flauwvallen en overspronggedrag). Slechts met zeer veel inspanning
en moeite kunnen een beperkt aantal van die vastgelegde programma's
worden 'overruled' en nog minder veranderd, door het jongste deel
van ons brein; het bovenbrein. Dit deel van het brein is overigens
dus ook onderhevig aan de hierboven beschreven
beperkingen.
Hartmensen kunnen breinprogramma's eenvoudig
overrulen of zelfs programma's, inclusief het DNA, veranderen! De
kracht die daarvoor nodig is heet 'gedachten' en dan in het
bijzonder de bewust(e) door
aandacht gestuurde gedachten. Niet te verwarren dus met 'geautomatiseerd
denken'.
Gebaseerd op het gedachtengoed van C.G. Jung en
zijn opdeling in enerzijds gewaarworden en
oordelen, en anderzijds
op tijd (verleden/toekomst) en nu (tijdloos/eeuwig) ziet het Hartmens model
er zo uit: