"Alles moet zo simpel mogelijk gemaakt worden,
maar niet simpeler." ~Albert Einstein
De titel van dit boek (Wij zijn ons Hart) wil
vooral mijn persoonlijke overtuiging van
het dualisme van de mens weergeven. De ambivalentie van
het begrip 'hart' geeft dat ook aan. Met dualisme bedoel ik hier
een met nieuwe ontdekkingen verrijkte versie van de 'filosofie van
de geest' zoals o.a. door René Descartes
verwoord: een
onderscheid tussen de geest, met bewustzijn en zelfgewaarzijn, en
de hersenen, met denkvermogen en
intelligentie*. Dit boek
is daarmee een dualistisch antwoord op alle uitingen en vormen van monisme
(geest-en-lichaam-is-één) en materialisme in het
bijzonder (er is alleen materie). Zelfs het 'focussen' op het
lichaam zonder de expliciete ontkenning van de geest doet de mens
tekort aangezien de relatie tussen geest-en-lichaam dynamisch en
wederzijds beïnvloedend is.
Wie de moeite neemt om wat afstand te nemen om
heel bewust naar onze wereld, en naar ons dagelijkse leven, te
kijken ontkomt er niet aan een belangrijk gemis te ervaren, althans
ik ontkom daar niet aan. In alle weloverwogen functionaliteit in
alle bouwstenen en voegen van onze maatschappij ontbreekt een
evenredig gevoel; een ziel. In alle beredeneerde en uitgetelde
rijkdom ontbreekt de rijkdom die je niet kunt tellen, maar die
absoluut wel telt.
Dagelijks zie ik veel rationele functionaliteiten
en bedachte gedragsconcepten die bepalend zijn voor wat mensen
(geacht worden te) doen. Vooral in het werk. Ik ervaar regelmatig
een zekere, en bij gelegenheid hoge mate van harteloosheid daarin.
Niet alleen harteloosheid in de bedachte constructies maar ook
harteloosheid van degenen die zich daarin voegen; die hun gedrag
louter door die rationaliteit laten leiden. Zowel in het werkgebied
van HRM (Personeel & Organisatie) als in structuren van
commerciële organisaties, publieke en maatschappelijke
dienstverlening en -samenwerking is er in wisselende, maar per
saldo toenemende mate, sprake van verkilling en vermindering van
'menselijke waarde'. Het meest opvallend was het verlies aan
ontelbare waarde bij het telbare 'systeem' dat wij in Nederland
hanteren voor zieke, oudere en in het bijzonder voor demente
medemensen. Voor zorg.
Als ik de kunstmatige scheiding tussen werk en
privé even ongedaan maak ben ik er van overtuigd dat in elk
menselijk gedrag een evenwicht tussen 'lichaam en geest', tussen
onze gedragingen en onze spirituele essentie, de mens (pas)
compleet maakt. De onmiskenbare voortdurende relatie tussen 'hoofd
en hart', en de juiste verhoudingen daartussen, zijn echter uit het
gezicht van een groot deel van onze maatschappij verloren; we
hebben op te veel plekken de voortdurendheid van die 'complete
mens' opgehakt en verdeeld. Spiritualiteit doe je maar in je eigen
tijd, bij voorkeur in je kerk. Emoties horen vooral in het
privédomein thuis. En rationele, en
door afwezigheid van die verbinding met de menselijke
geest kunstmatige intelligentie is mooi en genoeg voor het
belangrijke domein 'werk'.
Het is mijn conclusie dat het precies deze
'opsplitsing' is die voor het steeds verder 'ontmenselijken' van
onze mensenmaatschappij zorgt, en tegelijkertijd zorgt voor een
steeds sterker 'voelbare' roep naar juist die menselijke waarden en
authenticiteit; het gevoel dat er in toenemende mate 'iets
ontbreekt' in onze maatschappij. Dit boek is mijn kleine bijdrage
aan het (weer) mogelijk maken van een menselijker
wereld.
Dit boek draag ik op aan mijn lieve vrouw Carla.
En aan onze kinderen en kleinkinderen. Dat vooral zij een
hartelijke, menselijke wereld mogen ervaren. Mijn dank gaat uit
naar alle mensen die mij hebben geïnspireerd en geholpen. In
het bijzonder noem ik mijn jongste zoon Jeroen voor zijn prachtige
vormgeving van de boekomslag, Albert Hakkert voor zijn feedback en
hulp, Anneke van der Plaats en het BreinCollectief voor de
inspiratie.
~ Paul Jansen
__________________
*Philosophy of Mind.